De afgelopen drie jaar heb ik in Filmtheater Kriterion gewerkt. Een filmhuis en café gerund door studenten, waar alle beslissingen democratisch worden genomen. We zien onze organisatiestructuur als non-hiërarchisch. Elke student, elk lid van Vereniging Onderlinge Studenten Steun, heeft een gelijke stem. De vrijheid die ons dit geeft zorgt voor veel creativiteit en gezelligheid. Toch hebben mijn ervaringen in Kriterion me ook doen begrijpen wat Tocqueville bedoelde wanneer hij zei dat vrijheid en gelijkheid in een democratie op gespannen voet met elkaar staan.

1850, portret Tocqueville door Théodore Chassériau
Elke maandagavond komt de vereniging samen om te vergaderen op kantoor. Dit noemen we weekoverleg. Eens in de maand is dit een Algemene Leden Vergadering (ALV). Op de ALV kunnen grotere beslissingen genomen worden dan op een weekoverleg. Verder verschillen ze niet van elkaar. Elk lid kan een voorstel schrijven en iedereen heeft stemrecht. Als een voorstel, nadat het grondig is besproken, met een meerderheid van stemmen wordt goedgekeurd wordt het vervolgens uitgevoerd. Dit noemt Tocqueville de tirannie van de meerderheid. Een democratie kan minderheden verdrukken en de meerderheid kan slachtoffer worden doordat ze zich gaat conformeren.
Een te grote vrijheid kan ten koste gaan van de gelijkheid. In Kriterion gebeurt dit wanneer een lid zichzelf te veel vrijheid toe-eigent en een norm overtreedt. Op dat moment is dit lid “meer vrij” dan een lid dat zich aan de norm houdt. Er ontstaat ongelijkheid. Wanneer dit uit de hand loopt kan er door de vereniging, democratisch (!), een beperking worden opgelegd. Dit heeft tot gevolg dat ook de vrijheid ingeperkt wordt.