“Je kunt als partij niet meer zonder zo’n spindokter. Dat is heftig, maar de realiteit” concludeert Isha op de avond waar Kay van der Linde de eerste sessie voor BKB academie 18 aftrapt. Met een directe en open stijl vertelt hij “indrukwekkend hoe hij in New York door keihard werken succesvol werd” (Isabelle) en een beroemde en beruchte campagnestrateeg.

Kay’s grootste les van de avond: de winnende campagne is degene die het gesprek laat gaan over een probleem waarin hun partij een voordeel heeft. In een campagne over de economie doet de VVD het beter, in een campagne over de zorg doet de SP het beter.
De implicaties van dit ‘framen’ leiden bij de academici tot vragen. Want als politieke campagnes draaien om het zelf genereren van problemen en antwoorden, waar gaat het politieke debat dan over? Was een probleem er ook nog zonder dat het voor het partijprofiel ‘geschikt’ was? En in hoeverre zijn partijen vervolgens gebonden om dat geframede probleem, als ze eenmaal zijn gekozen, aan te pakken? En wat heeft politiek bedrijven dan nog met de realiteit te maken?
Op zaterdag krijgen we een begin van een idee van een antwoord op die vragen. De wat campagnevoeren betreft nog (deels) onbevlekte academici passen met passie de theorie toe om hun ‘partijen’ een denkbeeldige politieke campagne te laten winnen. Zelf ervaren hoe vasthouden aan een strategie de verspreiding van je boodschap kan helpen (Niek), en het voor elkaar krijgen je niet te laten verleiden tot het vervallen in verdediging, maar je eigen punt brengen (Mohammed). En het werkt.
De kunst van een goede campagne is mensen met goede ideeën verbinden aan een strategische vorm waarin die ideeën tot hun recht komen. Vanuit maatschappelijk oogpunt, zijn de inhoud en de vorm onontbeerlijk. Maar beide voor ogen houden, is geen koud kunstje.