
Foto: Simone van Rees
Volgens Saskia Legein, public affairs adviseur bij DutchCulture zou Nederland trotser moeten zijn op zijn kunst en cultuur. Een kwalitatief sterke kunstwereld is cruciaal voor een creatief en innovatief imago van Nederland in het buitenland. Met zo’n land is het prettig samenwerken en zaken doen. Bovendien opent kunst en cultuur de grenzen en verbindt het mensen met elkaar. DutchCulture wil internationale culturele samenwerking zichtbaar maken en het draagvlak vergroten.
Hoe werk je als creative agency samen met de politiek?
‘We hebben vanuit de ministeries van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen de opdracht om een coördinerende en uitvoerende rol te spelen in het
internationaal cultuurbeleid van Nederland. Een soort RVO voor kunst en cultuur, zeg maar. Dat
doen we door ambitieuze Nederlandse kunstenaars en culturele instellingen te stimuleren en
een stap verder te helpen naar het internationale podium met adviezen en contacten. We halen
ook buitenlandse experts naar Nederland voor werkbezoeken aan de Nederlandse culturele en
creatieve sector. Daarnaast initiëren we ook eigen projecten, zoals het Forum on European
Culture, samen met De Balie bijvoorbeeld, waarin we kunstenaars en denkers uit heel Europa
naar Amsterdam halen. Onze uitdaging zit ‘m vooral in support en medestanders krijgen voor
het onderwerp: internationale culturele samenwerking. Ons grotere strategische doel is
meer draagvlak voor internationale culturele samenwerking, omdat dat Nederland veel oplevert.
Daarom plaatsen we soms een oproep aan Haagse beslissers en sturen we sinds een jaar onze
nieuwsoverzichten ook naar Kamerleden om ze te informeren. Dat nieuws kan variëren van een
museumconferentie in Sint Petersburg met meer dan 100 Nederlandse en Russische
museumdirecteuren die kennis uitwisselen en samenwerkingen aangaan tot en met het
culturele seizoen “Oh Pays-Bas!” in Frankrijk, waar het Franse publiek kennis kan maken
Nederlandse kunstenaars en gezelschappen. Het is broodnodig dat we die activiteiten goed
zichtbaar maken, want het onderwerp ‘cultuur’ staat in Nederland al gauw in de politieke
tegenwind. Internationale samenwerking is de laatste tijd ook niet het populairste onderwerp,
dus het is knokken om het op de agenda te houden. Voor mij als communicatiespecialist is het
erg leuk om te proberen de houding positief te krijgen voor een onderwerp dat Nederland van
nature geen warm hart toedraagt.’
Is culturele diplomatie ondergewaardeerd in Nederland?
‘Nederland investeert in culturele diplomatie, dat is een letterlijke doelstelling in het
internationale cultuurbeleid. Dat is ook tamelijk uniek als je het vergelijkt met het beleid van
andere landen. Maar we zijn weer niet geneigd om trots te zijn op onze culturele boegbeelden
en daarmee Nederland te promoten, zoals andere landen wel doen. Dat zegt meer over onze
volksaard dan over de kwaliteit van onze kunst en cultuur. Het gekke is, Nederland heeft echt
topinstellingen. Ik was gisteren bijvoorbeeld bij een college van Ceel van Riel, een
internationale autoriteit op het gebied van reputatiemanagement voor bedrijven en overheden.
Hij heeft een wereldwijd vergelijkend onderzoek gedaan naar de reputaties van kunstmusea en
bedrijven. Het Rijksmuseum en het Van Gogh staan in de top 3 van de beste reputaties wereldwijd. Dat is natuurlijk heel uitzonderlijk voor z’n klein landje. Zou jij dit met trots vertellen
aan je buitenlandse vrienden? Kunst en cultuur lijkt in Nederland altijd een apart eiland te zijn.
Dat is zonde en een groot gemis want we hebben er juist zo veel in te bieden. In de meeste
landen is het een organisch onderdeel van het maatschappelijke leven en de algemene
ontwikkeling van mensen.’
Hoe brengt DutchCulture verandering in deze ‘conservatieve’ kunstmentaliteit?
‘Ik weet niet of je het conservatief kunt noemen, maar vermoedelijk heeft het wel te maken met calvinisme. We denken in Nederland haast automatisch “wat levert het allemaal op?” en dan vooral in financieel rendement. Laatst las ik een artikel over de waarde van kunst en cultuur waarin de auteur zich afvroeg: vragen we ook wat een kus van onze moeder ons oplevert? Of een avond dineren met onze beste vrienden? Dat is mooi verwoord. Persoonlijk denk ik dat een vervoering, een verbluffende herkenning, onverwachte troost, schurend ongemak of het opeens met andere ogen naar iets kijken, onbetaalbaar is. Dat kan kunst bij uitstek brengen en dan ook nog eens over alle nationale, inkomens- en mentaliteitsgrenzen heen! Je hebt er dus veel aan om kunst en cultuur meer te betrekken bij je relaties met andere landen. Maar je moet dat niet vertellen zoals het ooit ongelukkig werd uitgelegd als “kunst, omdat het moet”. Daar moet je in Nederland niet mee aankomen, het stuit op oude tegenzin tegen het verheffingsideaal. Het is veel handiger juist aan te sluiten bij de eigenwijze volksaard. Wat werkt, is dat we van onze social kanalen betrouwbare bronnen voor dagelijks nieuws hebben gemaakt. Onze adviseurs hebben een cursus journalistiek schrijven gevolgd zodat ze beter kunnen laten zien wat er international allemaal speelt. En ik heb ontdekt dat we misschien geen cultuurminnend volk zijn, we lopen wel meteen warm voor international succes. Dat kies ik dan ook vaak als invalshoek voor onze communicatie. Als sterarchitect Francine Houben met haar internationale bureau Mecanoo het grootste theater- en filmcomplex ter wereld in Taiwan realiseert met hulp van een Groningse staalfabrikant, dan mogen we daar even trots op zijn als op de Olympische ploeg die straks in Zuid-Korea medailles gaat binnenhalen. Ik help met veel plezier mee om zulke cultuur en kunst prestaties internationaal zo breed mogelijk zichtbaar te maken.’