Quantcast
Channel: BKB Academie
Viewing all articles
Browse latest Browse all 498

Bernard Wientjes: “Achterkamertjespolitiek is een rotwoord”Als er één iemand kan onderhandelen, dan...

$
0
0

Bernard Wientjes: “Achterkamertjespolitiek is een rotwoord”

Als er één iemand kan onderhandelen, dan is hij het wel: Bernard Wientjes. Hij is meermalen uitgeroepen tot de meest invloedrijke Nederlander van het jaar. Kortgeleden was hij nog de voorzitter van VNO-NCW, de grootste belangenorganisatie van Nederland, en nu is hij het gezicht van bouwend Nederland. Saber Benjah (zelf jonge ondernemer) vroeg hem het hemd van het lijf over onderhandelen en achterkamertjespolitiek.


Wientjes: “Ik heb nooit een plaksnor of een nep baard gedragen als ik ergens naartoe ging.


U bent ooit begonnen als ondernemer, hoe bent u eigenlijk terecht gekomen in de wereld van lobbyen?

“Een goede ondernemer is een koopman. Uiteindelijk ben je constant bezig met het verkopen van je producten en dat is in feite bij lobbyen precies hetzelfde. Toen ik bij het familiebedrijf betrokken was, was het voor mij belangrijk om geen blinde vlek te ontwikkelen. Het leiden van een bedrijf betekent dag en nacht werken en daardoor zie je niet meer wat er om je heen gebeurt. Het gevaar bestaat als ondernemer om tunnelvisie te ontwikkelen.”


Wat doet u dan om tunnelvisie te voorkomen?

“Door totaal andere dingen te gaan doen. Ik was altijd geïnteresseerd in wat er in de wereld om mij heen gebeurde en daarom deed ik altijd dingen naast het ondernemen die een maatschappelijke aard hadden. Dus heb ik eigenlijk altijd een bestuurlijke functie gehad naast het leiden van mijn bedrijven. Op die manier ben ik eigenlijk in de wereld van lobbyen gerold en uiteindelijk werd ik als een soort verrassing gevraagd om voorzitter te worden van VNO-NCW.”


Ziet u uzelf eigenlijk als lobbyist? 

“Ik zie mezelf niet als lobbyist, maar eerder als vertegenwoordiger. Als voorzitter van VNO-NCW was ik ook betrokken bij de SER, waardoor je meer verantwoordelijkheid hebt dan het één-dimensionaal lobbyen. Nederland is daar redelijk uniek in. Wij hebben het zo geregeld dat de voorzitter van de werkgeversorganisatie ook het algemeen maatschappelijk belang dient. Een lobbyist kan nooit akkoord gaan met iets dat niet in het belang is van zijn achterban. Ik kon wel akkoord gaan met iets dat niet in het belang is van een deel van mijn achterban. Bovendien kon ik zo ver gaan dat wij iets accepteerden, dat tegen onze belangen inging, om het maatschappelijk belang te dienen. Als voorzitter van zo’n grote club ben je constant met de toekomst van Nederland bezig.” 


Het lijkt me niet makkelijk om terug te gaan met slecht nieuws naar een deel van de achterban. Wat doet u dan?

“Praten! Het lobbyen is voor een heel groot deel in Nederland achterkamertjespolitiek. Achterkamertjespolitiek is een naar woord.  De belangrijkste dingen die ik heb bereikt, heb ik door middel van achterkamertjespolitiek verwezenlijkt. Met kleine groepjes mensen maak je deals. Niet omdat het geheim is, niet omdat het stiekem is, maar het functioneert niet om met veertig organisaties aan tafel een deal te sluiten. Een écht akkoord sluit je met vier, drie of soms twee mensen. Dat doe je niet in het openbaar. Wel was ik buitengewoon transparant naar het bestuur en de achterban. Ik vertelde precies wat er gebeurde. Ook wat geheim was. Er is nooit iets gelekt, vanwege de transparantie.”


De laatste tijd is er veel kritiek op achterkamertjespolitiek. Het moet transparanter volgens velen. Wat vindt u van de kritiek op achterkamertjespolitiek?

“Achterkamertjespolitiek is erg praktisch. Zo moest ik voor het energieakkoord een deal sluiten met Greenpeace. In de ogen van Greenpeace waren wij natuurlijk de satan. Wij vertegenwoordigen dat ‘’vervuilende’’ bedrijfsleven! Terwijl het Nederlandse bedrijfsleven wereldwijd het voortouw neemt op gebied van duurzaamheid. Greenpeace had altijd al een activistisch karakter. Onderhandelen zat niet in hun aard. Dus wij dachten: Als het ons lukt om dit akkoord met hun te sluiten, dan hebben wij iets bijzonders. Uiteindelijk is het gelukt om dat te sluiten, omdat ik avonden lang met de directeur heb gepraat. Dit kon alleen omdat beide partijen oprecht naar elkaar luisterden en het belang zagen van het milieu. Achterkamertjes politiek is een rotwoord. Maar het is de realiteit. Ik heb vaak dit soort deals gesloten. Zolang je mensen hebt die bereid zijn om over hun eigen schaduw heen te springen voor het algemeen belang. Dan gaat het goed.“


Als u een akkoord sluit met een klein groepje mensen, kan dat als ondemocratisch ervaren worden. Vindt u niet?

“Er is altijd de parlementaire controle. Uiteindelijk als er een akkoord op tafel ligt, kan het parlement het altijd weigeren door tegen te stemmen. Het is dus niet ondemocratisch, maar een zeer praktische methode om iets voor elkaar te krijgen.”


Wat vindt u ervan dat lobbyisten de hele dag politiek Den Haag in en uit wandelen?

Een parlementslid die een lobbyist uitnodigt wordt tegenwoordig als een misdaad gezien! Een kamerlid heeft niet eens assistent en is de hele tijd bezig met moeilijke wetgeving. Dan heb je kennis nodig uit de industrie. Dat wil niet zeggen dat je omgekocht wordt of onethisch bezig bent. Dat kan natuurlijk ook, maar dat zijn de uitwassen. Nederland is een net land. De meeste bedrijven die kamerleden adviseren doen dat natuurlijk uit eigen belang, maar die hebben meer belangen dan het eigen belang. Bovendien weet een goed kamerlid er goed mee om te gaan. Lobbyen is in dat geval een overdracht van kennis.“


Vindt u dat er een openbaar register moet komen voor lobbyisten? “Het mag altijd transparanter en registers zijn prima. Kijk, Ik heb nooit een plaksnor of een nepbaard gedragen als ik ergens naartoe ging. Sterker nog, de meeste mensen wisten dat als ik op het Binnenhof liep, dat ik kwam om te onderhandelen. Ik ben wel een keer via de achterdeur van een ministerie binnengewandeld, maar dat was omdat het onrustig was bij de ingang.“


Terugkomend op uw onderhandelingen met Greenpeace. Hoe gaat u met zo een totaal tegenovergestelde partij om? Waar let u dan extra op om met ze te kunnen onderhandelen?

“Als je zo een onderhandeling ingaat, dan moet je van tevoren weten wat je weg gaat geven. Natuurlijk probeer je zo min mogelijk weg te geven in onderhandelingen. Je moet je pijngrens kennen. Ook moet je proberen in te schatten wat de pijngrens van je tegenstander ligt. Luisteren is het allerbelangrijkst. Laat ze komen met hun verhaal. Als je alleen gaat zenden en zeggen ‘Ik wil dit en dat!’, dan kom je nergens. Het poldermodel in Nederland is bijzonder effectief. Het heeft de laatste tijd een verkeerde bijval gekregen. Het polderen is in feite dat je een oplossing zoekt in overleg voor een probleem. Het is totaal geen zwaktebod. Zolang je de stip op de horizon zet, kan het heel sterk zijn.”


Zou u voor iets kunnen lobbyen waar u zelf niet achter staat?

“Nee. Ik heb het ooit een keer geprobeerd, maar dan merk je al snel dat het gevoelsmatig niet goed zit. Toen heb ik het uiteindelijk ook niet gedaan. Het is bijvoorbeeld erg lastig om te lobbyen tegen een vettax, een belasting op ongezond voedsel en drank, terwijl je om je heen ziet wat voor een impact het heeft. Dan was het mijn taak om met bedrijven in gesprek te gaan en de vraag neer te leggen hoe zij met dit probleem omgingen. Dus preventief handelen en zelf met oplossingen komen uit de industrie. Als je ergens niet helemaal achter staat, dan merkt de ander dat ook en is het lastig onderhandelen.“


Wat is uw advies voor toekomstige belangenbehartigers?

“Het allerbelangrijkste is om eerlijk te zijn en niet te liegen. Liever dat je ergens niet over praat en dat ook aangeeft, dan dat je dingen gaat verzinnen. Dus transparant zijn en duidelijk zijn. Daarnaast is het belangrijk om te luisteren. Luisteren naar de ander. De meeste mensen zijn bezig om dan meteen tegenargumenten te verzinnen, maar wat veel belangrijker is om jezelf af te vragen waaróm iemand iets zegt. Dan kan je diegene beter begrijpen en zo sluit je een deal.“


Viewing all articles
Browse latest Browse all 498