Op woensdagochtend 14 maart laadde Jimmy twintig jonge mensen van BKB academie 18 in zijn nieuw ruikende bus. Ze hadden totaal andere achtergronden, zoals ze bij iedere introductie bleven herhalen. Wat ze deelden was een interesse voor ‘politiek’. Jimmy haalde zijn schouders op. Hij had niet voor niets nog nooit gestemd.
Iedere ochtend, na ontbijtgesprek met wethouder of lijsttrekker, stapten ze in. Ze reden van de Tweede Kamer naar de Schilderswijk, van een theater in Tilburg naar een voetbalstadion in Deventer en van Drimmelen naar Enschede om lokale campagnes mee te maken. En Nederland op een andere manier te leren kennen. Een paar keer ging Jimmy mee naar een gesprek en hij was nogal onder de indruk geweest van de mensen die hij ontmoette in het asielzoekerscentrum. Het is toch anders als je opeens een gezicht ziet bij het krantenbericht.
In heel Nederland ontmoette de BKB academie mensen die al hun energie gaven voor hun gemeenschap. Ze restaureren de kerk, creëerden een ontmoetingsplek voor mensen in armoede, bliezen een theater nieuw leven in, schreven voor de lokale krant of waren vrijwilliger voor een lokale partij. Natuurlijk bleef er genoeg over om cynisch van te worden. Maar er zijn óók overal mensen die dat wat cynisch maakt proberen te veranderen.
Tijd om te verwerken wat ze allemaal zagen, proefden, hoorden en voelden was er nauwelijks. Behalve dan bij Jimmy in de bus. De groep kende elkaar al een half jaar, maar de sfeer leek naarmate de week vorderde toch steeds opener te worden. Er werd niet met elkaar gedebatteerd, maar gesproken. Gesproken over de mensen die ze hadden ontmoet en wat ze daar dan verder bij dachten.
Ondanks dat ze allemaal toch echt naar dezelfde gesprekken waren geweest, bleek iedereen wat anders te hebben onthouden. Afkomstig uit andere bubbels, hoor je andere dingen, wat ze vervolgens in Jimmy’s bus konden ontdekken. Sommige BKB academici bleven maar doorpraten, anderen hielden met oortjes in hun gedachten even voor zichzelf; en dat wisselde elkaar een beetje af. Naarmate de dag vorderde werden de grappen die van achteren kwamen wel steeds flauwer. Dan zette Jimmy maar wat hitjes op. Een dansje op zijn tijd had deze groep vol serieuze gesprekken duidelijk ook nodig.
Jimmy heeft maar op één moment even medelijden met zijn passagiers gehad. (Al zou bus-logé’s misschien een beter woord zijn. Ben jij na vijf dagen een bus delen nog steeds een passagier?). Dat was toen hij ze op zaterdag afleverde in Enschede om te gaan flyeren voor partijen waar ze het niet eens mee eens waren. In de vrieskou. Maar ondanks de onderlinge verschillen in politieke overtuiging, kon iedereen tenminste een stelling onderschrijven: mensen moesten in ieder geval gaan stemmen! Gemiddeld neemt slechts grofweg de helft van de bevolking op de aangewezen dag zo’n rood potloodje in de hand. Toch golfde het de laatste dag van de Nederlandreis verbaasd door de bus: “Onze Jimmy is nog nooit gaan stemmen??”
En toen was het alweer de woensdag van de gemeenteraadsverkiezingen. Jimmy had de groep al een paar dagen geleden uitgezwaaid, maar sommige gesprekken bleven in zijn hoofd opduiken. Glimlachend dacht hij aan het bizarre enthousiasme van deze jonge mensen voor zoiets als verkiezingen. Jimmy besloot ze een selfie te sturen. Vanuit het stemhokje.




