Quantcast
Channel: BKB Academie
Viewing all articles
Browse latest Browse all 498

Over de campagnes in Amerika

$
0
0

Het is inmiddels vier maanden geleden dat we terugkwamen uit Amerika, maar de herinnering aan de fantastische overweldiging van de reis voelt nog net zo sterk als op de dag dat we landden. Meegesleurd zijn we, van campagnebureau naar rally naar diner, van deur naar deur, in een wolk van spandoeken en selfie lines, enthousiaste opvattingen en scherpe slogans. Een mistige wolk, dat wel, door korte nachten, bibberend doorgebracht in te goedkoop thermo ondergoed en dus ook een te dure, nu wat verfomfaaide coltrui. Maar dankzij de dagelijkse dosis Dunkin’ Donuts, kaas en liters slappe koffie wisten we tot aan het eind de professoren bij te houden, de journalisten te bevragen en het spervuur van de NRA lobbyist zonder te veel kleerscheuren te doorstaan.

Absoluut hoogtepunt was het campagnevoeren in New Hampshire. ’s Ochtends scheurden we in minivans door de besneeuwde staat op weg naar het kantoortje van Pete, Warren, Biden of Bernie. Onderweg ontbijt regelen bleek een opgave, vooral in de dunbevolkte delen. Bij gebrek aan donuts kwamen we uit bij een vervallen tankstation waar ik op aanraden van de vriendelijke Amerikaanse iets warms in een bruine zak kocht. Het blijft een raadsel wat ik daar heb gegeten. Intussen wist een mede-academicus verwarring te zaaien door te vragen of er ook amandel- of havermelk in zijn cappuccino kon, waarop voornoemde Amerikaanse hem met open mond aankeek en hij zuchtend met zijn ogen rolde. Ah, cultuurverschillen.

De campagnebureaus weerspiegelden hun kandidaten. Bij de professorale Warren kregen we een uitgebreide, training inclusief zes kantjes over haar opvattingen en hoe die verschilden van haar tegenstanders. De jonge Pete had een gezellig en energiek kantoor, gevuld met hippe jonge stedelingen en lege pizzadozen. Bernie trok op zijn rally de meest diverse groep mensen aan en liet zich voorgaan door een zestal sprekers met alle mogelijke achtergronden. ‘Not me, us’, stond er op de borden. Bij binnenkomst in de lege ruimte van de hoogbejaarde Biden, kwam een man moeizaam omhoog uit zijn stoel om ons te verwelkomen, en begon niet snel daarna een gesprek met twee anderen over de campagne van 1974. Achterin lag een vierde man te slapen. Op de muur stond: ‘our best days still lie ahead’.

Desondanks is Biden nu de Democratische kandidaat. De meesten van ons dachten dat het Bernie zou worden. Hoe is dat mogelijk? Ik moest denken aan Obamafluisteraar David Axelrod, die zegt dat een campagne moet definiëren waar de verkiezing over gaat. De economie bijvoorbeeld, of veiligheid. Als je er zelf maar goed op scoort, en je tegenstander niet. In the war room, de beroemde documentaire over de Clinton campagne, zie je het voor je ogen gebeuren. Meesterstrateeg James Carville loopt het campagnebureau binnen, plakt een briefje op de muur en schrijft daarop de woorden ‘Change versus more of the same’.  

Dit was misschien wel de populairste definitie van populisten in het afgelopen crisesdecennium. De Brexiteers kwamen de controle heroveren, Trump het moeras droogleggen en Baudet het partijkartel breken. De definitie die machthebbers en centrumpartijen hier tegenover stelden was er een van stabiliteit en ervaring aan hun kant, en risico’s en onvoorspelbaarheid aan de andere. In een tumultueuze tijden, zeiden ze, kan je maar beter een ervaren roerganger hebben.

Zoals een campagne de kandidaat weerspiegelt, belichaamt een kandidaat ook zijn boodschap. De jonge, charismatische, nét niet wiet rokende Clinton, maar ook Obama, AOC en Jesse Klaver (op een aandoenlijk Nederlandse manier), presenteerden zich als echte change kandidaten. Merkel is vleesgeworden stabiliteit, maar ook onze eigen Mark Rutte speelt deze kaart steeds succesvoller. Sinds 2012 legt hij iedere verkiezing een willekeurige tegenstander nog één keer uit dat je als premier wel echt moeilijke beslissingen moet nemen en niet alleen maar wat kunt roepen vanaf de zijlijn.  

Met dit in het achterhoofd had Bernie iets schizofreens: een veranderingskandidaat van 78, die al veertig jaar in de politiek zit, veertig jaar ongeveer dezelfde boodschap uitdraagt en er al veertig jaar ongeveer hetzelfde uitziet. Dat gold overigens ook voor Trump. In 2016 nog de outsider in optima forma, probeerde hij zich in februari om te vormen tot de stabiliteitskandidaat. Op de rally die we bezochten was zijn slogan het milde: ‘promises made, promises kept’. Dat deed toch meer denken aan ‘laat Lubbers het karwei afmaken’, of ‘kies Kok’, dan aan ‘breek het partijkartel’. Het leek even te blijven plakken. Een man aan de deur vertelde ons dat hij dan wel wist dat de president een varken is, maar Trump wel voor banen had gezorgd. Nu lijkt de boodschap echter ingehaald door de omstandigheden. Geconfronteerd met een echte crisis is Trump allesbehalve een baken in de storm. Eerder een epileptische vuurtorenwachter wiens signalen noodlijdende schepen meer afleiden dan op koers houden. De zwalkende, krakkemikkige, maar ook herkenbare en troostrijke reddingsboei Biden is dan misschien wel het beste wat voorhanden is. Behouden vaart, Amerika. We komen snel weer kijken. 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 498