Colonial Williamsburg, Virginia. In het midden van een lange roadtrip van Durham, North Carolina naar Washington DC stoppen we in dit kleine stadje/dorpje om het ontstaan van de VS te vieren. Of in ieder geval om te zien hoe Amerikanen dat graag doen. Want alhoewel Amerika in mijn ogen beter is in het erkennen van de dark side van hun geschiedenis dan Nederland, komen velen naar dit knusse stadje/dorpje om de Europese huizen, kerkjes, cafées en winkels uit de koloniale tijd op een vrolijke manier te aanschouwen.
Van niets naar alles
De gebouwen in het ‘openluchtmuseum’ van Williamsburg stralen ontzettend veel rijkdom uit en zijn zeer goed onderhouden, dan wel later nagebouwd. Gek om je te beseffen dat de Engelsen, toen zij rond 1600 aan land kwamen, vrijwel niets hadden. Sommige historici beweren zelfs dat de Engelsen hun eerste jaren in Amerika niet hadden kunnen overleven zonder de hulp van de indianen, vanwege de zware leefomstandigheden (vandaar ook Thanksgiving).
De Engelsen en de Indianen
Inderdaad, met hulp van de indianen. De relatie tussen de Indianen en de Engelsen was in het begin namelijk redelijk harmonieus. Ze handelden voedsel met elkaar. Toen de Indianen er echter achter kwamen dat de Engelsen niet alleen kwamen om vredig naast elkaar te leven, zetten zij de aanval in. Maar de Engelsen hadden inmiddels al veel opgebouwd. Veel indianen werden vermoord en van hun land verdreven.
In Williamsburg zie je van strijd en zware leefomstandigheden echter niets terug. De geschiedenis wordt romantisch gevierd. Huizen stralen rijkdom uit, je kan er bier en appelcider drinken, vlaggen kopen en ijs eten. Bovendien lopen er door het hele park mensen in oude kledij rond om je het gevoel te geven dat je zelf rondloopt in de 17e eeuw. Wanneer je daar enthousiast van wordt, kan je jezelf ook verkleden. Je waant je in een kostuumdrama. Het draait in Williamsburg niet om het geven van informatie, maar om het creëren van een historische sfeer.

Maar er klopt iets niet. Bezoekers lopen rond met spijkerbroek en spiegelreflex. Paarden lopen stapvoets over een geasfalteerd pad. En alle bezoekers zijn blank.
Ik spreek een bezoeker van het park aan en vraag hem waarom hij vandaag naar Williamsburg is gekomen. Hij komt uit de buurt en vindt het een rustgevende plek. Hij is geschiedenisleraar en vertelt me graag over de sociale functie van het coffeehouse waar we naast staan. Wanneer ik hem vraag of er in Williamsburg genoeg aandacht wordt besteed aan de dark side van de koloniale geschiedenis, wijst hij me op een nagebouwd indianendorp een paar straten verderop. De Indianen worden dus niet genegeerd.
Wanneer ik er naartoe loop is het een uitgestorven plek. Daar waar de bruisende Europese gebouwen vol met verklede mensen en spijkerbroektoeristen staan, gebeurt er in het indianendorp niets. Tipi’s staan er verlaten bij en het vuur brandt niet. Misschien is dat inderdaad de meest beeldende manier om aandacht te besteden aan de donkere kant van de koloniale geschiedenis van de VS.

Een kostuumdrama met spijkerbroeken