
Ik heb laatst mijn koelkast verkocht via Marktplaats. Hij kostte 150 euro. Ik deed ‘m weg voor 80. Tenminste, dat stond in de advertentie. Het duurde maar liefst twee weken voor ik een bod kreeg van welgeteld 15 euro. Ik deed nog een mislukte poging om er 20 euro van te maken, maar het mocht niet baten. Twee dagen later hielp ik mijn koelkastje naar de auto te tillen, waarna ik dus met twee lullige briefjes van tien en vijf in mijn hand stond.
U begrijpt: onderhandelen was nooit mijn sterkste punt. In dit geval
boeide het ook niet zo; ik wilde van die koelkast af en had het geld niet nodig. Dan gun ik iemand best een koopje. Maar ergens voelde ik me ook
betrapt: deze bieder wist dat ik van de koelkast af wilde, kon zien dat de
advertentie al twee weken online stond. Dat bracht mij in een slechte
onderhandelingspositie, want: wie had hier nou een probleem? Hij of ik? Dan is ‘wie
niet waagt, die niet wint’ opeens een briljante strategie.
Nu is zo’n marktplaatsverkoop een ontzettend lompe vergelijking met politieke onderhandelingen, maar sinds we ons deze maand met de Academie in dit thema verdiepen vraag ik me af of het wel echt zo’n rare vergelijking is. Hoe zou dat gegaan zijn met de ‘Turkijedeal’? Nederland wilde als EU voorzitter zó graag iets doen aan de vluchtelingenproblematiek, wilde zo graag voorkomen dat meer vluchtelingen de EU in zouden komen… Zou dat genoeg reden zijn geweest om in te stemmen met een overduidelijk slecht idee?
Of kijk naar Griekenland. Het land zat zo in de penarie, kreeg zo’n enorme druk van buitenaf om de ‘oplossing’ aangeboden door de EU en het IMF te accepteren (inclusief de dreiging dat ze anders de EU moesten verlaten), dat ze wel akkoord móesten gaan met een deal waar ze – zo werd herhaaldelijk berekend – verdomd weinig baat bij zouden hebben. Zó wanhopig van je koelkast af moeten, dat je elk bod aanvaardt, zeg maar. (Ik zei toch dat het een lompe vergelijking was.)
Natuurlijk hoop ik dat onderhandelingen over belangrijke zaken als mensenlevens en nationale economieën niet worden behandeld zoals ik mijn koelkast behandelde. Dat er niet zomaar is gezegd: wij willen van die koelkast (of vluchteling) middenin onze huiskamer af, dus de eerste de beste bieder mag ‘m hebben. Maar degene met het probleem staat altijd zwak. Het is wachten op degene die bereid is daar slim gebruik van te maken.